Waarom je een beetje gek moet zijn om iets moois te maken

Leestijd: ongeveer 2 minuten

“het verband tussen de betekenaar en het betekende is willekeurig” – Ferdinand de Saussure

Menig groot kunstenaar is psychisch niet helemaal stabiel, om het zacht uit te drukken. De één is depressief, de ander schizofreen, de volgende psychotisch. Toch weerhoudt dat hen er niet van hun kunstenaarsvak uit te oefenen. En het weerhoudt het publiek er niet van die kunst enthousiast te bewonderen.

Een goed voorbeeld hiervan is de gelauwerde Nederlandse dichter Gerrit Achterberg. Talloze gedichten geschreven, talloze prijzen ontvangen, talloze liefdesrelaties verbroken, talloze psychotische aanvallen gehad. Op het dieptepunt van zijn gekte vermoordde hij zijn hospita met een pistool. Toch is hij één van ’s Neerlands grootste dichters en worden de woorden die hij op papier zette geprezen en onderscheiden.

Achterbergs gedichten zijn redelijk abstract en soms moeilijk te doorgronden: door de inventieve manier waarop hij de taal gebruikt en naar zijn hand zet, gaat er een groot mysterie van zijn poëzie uit (met name ook doordat zijn gedichten bol staan van de moord, die hij later daadwerkelijk pleegt).

Ferdinand de Saussure, een taalwetenschapper, verklaart taal als één groot systeem. Een systeem dat bestaat uit betekenaars en betekenden: de betekenaar is het woord zelf, bijvoorbeeld ‘olifant’. Het betekende is het object of fenomeen waar het naar verwijst, in dit geval ‘grote grijze slurfdrager’. Al deze tekens samen vormen een groot taalsysteem, dat door de verbindingen onderling in stand blijft. Deze verbindingen zijn zo ontstaan door de manier waarop taal is ontstaan: enigszins willekeurig, gekozen of geëvolueerd.

Het boeiende is dat dit systeem iets weg heeft van ons sociale netwerk: ook dat bestaat uit talloze willekeurige relaties en verbindingen, soms gekozen, soms toevallig ontstaan.

Maar wat gebeurt er als de verbindingen verdwijnen? Stel nu dat er nog wel tekens in de taal zijn, maar de logische verbanden zijn weggevallen? Dan zou dit een zin zijn: “olifanten maas zelp lukko bukko stampa stonk”.

En stel nu dat er nog wel een sociaal netwerk is, maar dat de onderlinge logica van relaties oplost? Dan is er volgens mij sprake van een psychose. Iets dat Achterberg overkwam toen hij zijn hospita vermoordde. De logica in z’n sociale wereld was verdwenen.

Dat is volgens mij waarom kunstenaars die lijden aan geestesziekten desondanks de meest briljante, inventieve, artistieke brouwsels kunnen scheppen: ze worden niet beperkt door geëvolueerde logica.

In de kunst gaat het niet om logica maar om de waardering van de chaos en de schoonheid die daaruit voortvloeit. Of zoals Gerrit Achterberg het zelf zegt:

“De dichter is een koe. Hij graast elke dag de werkelijkheid af, de melk die hij produceert is de poëzie.”

Klik hier voor de toneeltekst ONGERIJMD die ik schreef over dit verhaal (prijswinnende tekst Verse Tekst 2016)

Roep maar raak!

Momentje...