De koning van Frankrijk is fan van Zlatan Ibrahimovic
Leestijd: ongeveer 2 minuten
De koning van Frankrijk
Of je het nou leuk vindt of niet, Nederland heeft een koning. Sommige landen hebben echter geen koning. Dus als je het hebt over ‘de koning van Nederland’ dan praat je over een persoon.
Maar als je het hebt over ‘de koning van Frankrijk’ dan heb je het niet over een persoon. Waar heb je het dan wel over? Wie het weet mag het zeggen.
Het feit dat we kunnen praten over dingen die niet bestaan vinden filosofen super problematisch.
Voorbeelden. Waar of onwaar?
- De zin ‘Olifanten zijn dieren’ is een bewering, en die kunnen waar of onwaar zijn.
- De zin ‘Zou je mij de link willen sturen?’ is echter niet waar of onwaar, want het is geen bewering maar een vraag.
- Maar neem nou de zin ‘De huidige koning van Frankrijk is fan van Zlatan’. Dit is duidelijk een bewering, maar is ie waar of onwaar? Dit is moeilijk te zeggen, want er is geen huidige koning van Frankrijk.
De opties:
1. Het lijkt sowieso verkeerd om te zeggen dat de zin waar is. Want als de zin waar is dan heeft Frankrijk dus een koning die fan is van Zlatan. Als Frankrijk een koning had was die vast fan van Zlatan, maar helaas voor Zlatan bestaat die koning niet.
2. Maar stel we in plaats daarvan zeggen dat de zin onwaar is. Dat helpt ook niet helemaal. Want dan lijkt het nog steeds dat we denken dat de Republiek Frankrijk een koning heeft (maar, hoe gek het ook klinkt, dat die koning geen fan is van Zlatan).
Tussenweg
Misschien moeten we zeggen dat de zin waar noch onwaar is, zelfs als de zin wel degelijk een bewering is.
Leuke oplossing, denk je misschien, maar dat valt vies tegen. Als beweringen over niet-bestaande dingen waar noch onwaar zijn, dan kun je dus niet meer zeggen dat het waar is dat de koning van Frankrijk niet bestaat.
Immers, de bewering ‘de koning van Frankrijk bestaat niet’ gaat over iets dat niet bestaat en is dus, als we deze ‘oplossing’ volgen, waar noch onwaar. Maar dit lijkt juist een typisch geval van een zin die waar is!
Nog een andere optie
Hoe dan toch uit dit probleem te komen? Ik doe nog een poging, door de zin te herformuleren*. Eerst even een stapje terug:
We willen dat de volgende zin waar of onwaar is (en niet waar noch onwaar)
(zin 1) De koning van Frankrijk is fan van Zlatan.
Maar er is geen koning van Frankrijk. Laten we (zin 1) dus eerst zo formuleren dat we kunnen praten over of er wel iemand is die de koning van Frankrijk is:
(zin 2) Er is precies één iemand die de koning van Frankrijk is en ook fan van Zlatan.
Deze zin lijkt hetzelfde te zeggen als (zin 1), alleen dan wat gecompliceerder. Maar van (2) is het veel makkelijker te zeggen dat die zin onwaar is, want dat zou betekenen dat (zin 3) waar is:
(zin 3) Er is niet iemand die de koning van Frankrijk is en ook fan van Zlatan.
En dat klopt! (zin 3) is waar, omdat er geen koning van Frankrijk is. En (zin 2) is dan dus overduidelijk onwaar. En omdat (zin 2) eigenlijk zegt wat (zin 1) al beweert kunnen we toch zeggen dat ‘De koning van Frankrijk is fan van Zlatan’ onwaar is.
Dankzij Russell’s theorie van unieke bepalingen kunnen we dus toch van alle beweringen zeggen dat ze waar of onwaar zijn. Drie hoeraatjes voor de filosofie! Hoera! Hoera! Hoera!
* Overgenomen van Bertrand Russell’s theorie van unieke bepalingen (definite descriptions).
Roep maar raak!